Wet en regelgeving

Informatie over de algemene wet- en regelgeving en de specifieke regelingen van de CAO voor Uitzendkrachten rondom de tewerkstelling van AOW-gerechtigden.

Wet- en regelgeving
Indien uw AOW-gerechtigde medewerker via een payrollconstructie bij uw bedrijf tewerk gesteld wordt blijven in beginsel de wettelijke regels omtrent de arbeidsovereenkomst zoals opgenomen in boek 7 titel 10 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Ook de Arbowet, de Arbeidstijdenwet en het ontslagrecht zijn van toepassing AOW-gerechtigden. Er is echter ook een aantal uitzonderingen:

Sociale verzekeringen

Voor AOW-gerechtigde uitzendkrachten hoeven geen premies meer afgedragen te worden voor sociale verzekeringen als de WW, WAO, WIA en AOW. Een AOW-gerechtigde kan dan ook geen aanspraak maken op een uitkering uit hoofde van de WW, WAO of WIA. Wel moeten er voor AOW-gerechtigden nog premies worden afgedragen voor de ZW, ANW en de AWBZ. Ook de inkomensafhankelijke bijdrage volgens de Zorgverzekeringswet loopt gewoon door.

De Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag De Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag is niet van toepassing op de AOW-gerechtigde. Wel gelden de beloningsregels van de CAO voor Uitzendkrachten, AOW-gerechtigden moeten dus worden beloond volgens de instroom- of normtabel van de CAO voor Uitzendkrachten.

Arbeidsongeschiktheid
Een zieke AOW-gerechtigde heeft recht op 13 weken ziektewetuitkering.

AOW en pensioen
De AOW-uitkering blijft volledig behouden als de uitzendkracht werkt.

De CAO voor Uitzendkrachten
De regels van de CAO zijn gewoon van toepassing op de uitzendovereenkomst (fase A, B en C) met een AOW-gerechtigde. Bij opvolgend werkgeverschap is het tewerkstellen van AOW-gerechtigden vergemakkelijkt. Ongeacht de duur van het arbeidsverleden bij de vorige werkgever, kan een uitzendkracht van 65 jaar en ouder altijd nog ten minste 52 weken in fase A worden uitgezonden.

Er is een tweetal situaties te onderscheiden bij opvolgend werkgeverschap:

1. De uitzendkracht heeft minder dan 78 weken gewerkt bij de vorige opdrachtgever, dan geldt een fase A van 78 weken.
2. De uitzendkracht heeft meer dan 78 weken gewerkt bij de vorige werkgever. Ongeacht de duur van zijn arbeidsverleden kan de uitzendkracht altijd nog 52 weken in fase A worden uitgezonden.

Bij contracten voor bepaalde en onbepaalde tijd zonder uitzendbeding gelden de normale regels van de CAO. In fase B kan de uitzendkracht maximaal zes contracten worden aangeboden in maximaal vier jaar, in fase C krijgt de uitzendkracht een contract voor onbepaalde tijd. Het ontslagrecht is op dezelfde wijze van toepassing: een ontslagvergunning is nodig in geval van opzegging. Verder geldt er een ontslagverbod tijdens ziekte indien de ziekte nog geen 13 weken heeft geduurd.

Doorwerken zonder zorgen